Home > Ziektebeelden > Vasculaire aandoeningen > Vasculitis

Syndroom van Behçet

Inleiding

Het syndroom van Behçet is een multisystemische, inflammatoire, relapsing, chronische vasculitische aandoening. Veelvoorkomende manifestaties zijn terugkerende orale ulcera, oculaire inflammatie, genitale ulcera, en huidlaesies. Blindheid, neurologische- of GI-betrokkenheid, veneuze tromboses, en arteriële aneurysma’s zijn de meest ernstige manifestaties. De diagnose is klinisch met gebruik van internationale criteria. De behandeling is hoofdzakelijk symptomatisch maar kan corticosteroïden omvatten voor acute ernstige oculaire of neurologische betrokkenheid of immunosuppressiva voor ernstige chronische kenmerken.

 

Oorzaak

De oorzaak is onbekend. Er zijn immunologische (waaronder auto-immune-) en virale of bacteriële triggers gesuggereerd, en HLA-B51 wordt geassocieerd met gevallen van het Mediterrane gebied van Turkije en Iran tot China, Korea, en Japan. Het syndroom van Behçet komt weinig voor in de VS. Histopathologische vasculitische veranderingen en tromboses zijn gebruikelijk voor alle betrokken organen. Het syndroom begint over het algemeen op de leeftijd van 20-30 en komt bij mannen en vrouwen bijna evenveel voor. Er zijn enkele gevallen gerapporteerd bij kinderen.

 

Symptomen

Bijna alle patiënten hebben terugkerende pijnlijke ulcera die lijken op die van afteuze stomatitis; bij de meeste patiënten zijn deze zweren de eerste manifestaties. Vergelijkbare zweren komen voor op de penis en scrotum, op de vulva waar ze pijnlijk zijn, of in de vagina waar ze weinig of geen pijn veroorzaken.

Oculaire ziekte treedt meestal alleen op na jaren van ulcera; de meest voorkomende is een relapsing iridocyclitis die zich vaak presenteert als pijn, fotofobie, en wazig zicht; hypopyon met een zichtbare laag pus in de voorste kamer is specifiek maar ongebruikelijk. Het achtersegment kan ook betrokken zijn, met choroïditis, retinale vasculitis, en papillitis die de gezichtsscherpte kunnen verminderen. Onbehandelde uveïtis posterior kan blindheid veroorzaken.

Verschillende huidlaesies (papels, pustels, vesikels, folliculitis) treden op bij 80% van de gevallen. Voornamelijk suggestief zijn erytheem nodosum-achtige laesies en, bij ongeveer 40% van de patiënten, pustuleus inflammatoire reacties op kleine trauma’s (bijv. naaldpuncties). Relatief milde, zelflimiterende, en non-destructieve artralgieën of neutrofiel-gemedieerde artritis vooral involving de knieën en andere grote gewrichten komt voor bij 50% van de patiënten. Terugkerende superficiële of diepe migrerende tromboflebitis ontwikkelt zich bij ongeveer 25% en kan leiden tot obstructie van de vena cava. CZS-betrokkenheid komt minder vaak voor maar kan zich presenteren als chronische meningo-encefalitis, small-vessel disease met een multiple sclerose-achtig patroon, of verlammende of levensbedreigende hersenstam- en ruggenmerglaesies. GI-manifestaties variëren van non-specifiek abdominaal ongemak tot abdominale pijn en diarree met intestinale zweren die lijken op/wat lijkt op de ziekte van Crohn. Gegeneraliseerde vasculitis kan arteriële aneurysma’s of tromboses veroorzaken op verschillende plaatsen, waaronder de longen. Focale glomerulonefritis is zeldzaam en meestal asymptomatisch.

 

Diagnose

Het syndroom van Behçet is suggestief bij jongvolwassenen met terugkerende orale afteuze ulcera, onverklaarde oculaire bevindingen, of genitale zweren. De diagnose is klinisch en kan require maanden. Internationale criteria voor de diagnose omvatten terugkerende orale zweren en twee van het volgende: terugkerende genitale zweren, ooglaesies, huidlaesies, of een positieve pathergietest in de afwezigheid van enige andere klinische verklaring. De laatste is een papuleuze of pustuleuze reactie op huidpunctie met een 20-gauge naald.

 

Differentiaal diagnose

De differentiaaldiagnose omvat reactieve artritis, het Stevens-Johnsonsyndroom, SLE, de ziekte van Crohn, ulceratieve colitis, ankyloserende spondylitis, en herpes simplex-infectie (vooral met terugkerende aseptische meningitis). Het syndroom van Behçet heeft geen specifieke bevindingen die alle andere mogelijkheden uitsluiten, maar wordt onderscheiden door zijn relapsing verloop en multipele orgaanbetrokkenheid. Laboratoriumafwijkingen zijn non-specifiek maar kenmerkend voor inflammatoire ziekte (verhoogd ESR en α2- en γ-globulinen, milde leukocytose).

 

Behandeling

Het syndroom van Behçet is over het algemeen chronisch maar beheersbaar; de symptomen neigen na verloop van tijd te verminderen. Remissie en relaps kunnen weken tot jaren duren, en zelfs decennia. Blindheid, obstructie van de vena cava, en verlamming kunnen het beloop echter compliceren; de incidentele sterfgevallen zijn meestal geassocieerd met neurologische-, vasculaire- (bijv. aneurysmale), en GI-betrokkenheid.

De behandeling is symptomatisch. Naaldpuncturen veroorzaken inflammatoire huidlaesies, en moeten indien mogelijk worden vermeden. Colchicine 0.5 mg po bid kan de frequentie en ernst van orale en genitale zweren verminderen. Topische corticosteroïden kunnen oculaire ziekte en de meeste orale ziekten tijdelijk verlichten. Topische of systemische corticosteroïden veranderen echter niet de frequentie van relapsen.

Soms kunnen patiënten met ernstige uveïtis of CZS-betrokkenheid reageren op hoge-dosis systemische corticosteroïden (bijv. prednison 60 tot 80 mg po eenmaal daags). Patiënten met posteriore uveïtis die niet reageert op prednison kunnen worden behandeld met azathioprine 50 tot 150 mg po eenmaal daags of cyclosporine 5 mg/kg po eenmaal daags, indien nodig stapsgewijs verhoogd tot 10 mg/kg eenmaal daags tot een therapeutisch effect wordt waargenomen; de dalspiegels van cyclosporine moeten tussen de 50 en 200 ng/mL worden gehouden (42 en 166 nmol/L). Cyclofosfamide en chlorambucil zijn gebruikt bij refractaire ziekte. Andere gemelde, maar nog onvolledig geëvalueerde behandelingen zijn interferon-α, thalidomide (bij patiënten die geen mogelijkheid tot zwangerschap hebben), pentoxifylline, etanercept, en infliximab.


Bron

Laatste update: 14-10-2011