Home > Ziektebeelden > Traumatologie > Bekken >

Heupluxatie

Mechanisme

Indirecte krachtwerking vanaf de knie met name bij heup in flexie en abductie (frontaalbotsing met dashboard injury).

 

Algemeen

  • Betreft meestal een luxatio posterior (95%), waarbij vaak de acetabulumrand is gefractureerd (ie. acetabulumfractuur). Soms tevens geassocieerd met een femurkopfractuur.
  • Bij een centrale luxatie is de femurkop mediaalwaart door het centrum van het acetabulum geponst (zie acetabulumfractuur).
  • In slechts 5% betreft het een luxatio anterior.
  • Wordt relatief vaak gezien bij een status na kophalprothese (KHP) of totale heupprothese (THP).
  • Let op geassocieerd n. ischiadicuslaesie en knieletsel.

 

Diagnose

Kliniek

  • luxatio posterior: heup in flexie, adductie en endorotatie.
  • luxatio anterior: heup in abductie, extensie en exorotatie.

Radiologie

X-heup (AP) en bekken (axiaal):pre- en postrepositie. Een aanwzijzing voor een luxatio posterior is het feit dat de geluxeerd efemurkop kleiner is (kop ligt dichter bij de rontgengevoelige plaat). Bij een acetabulum- en/of femurkopfractuur tevens CT.

 

Behandeling

Conservatief

dit is een absolute spoedindicatie voor repositie, aangezien de kans met het uur toeneemt tot een avasculaire kopnecrose. Poging op de SEH met Dormicum en Valium is te verdedigen (mn. bij KHP/THP), echter indien dit lukt, dan onder algehele narcose met aldus adequate spierverslapping.

Indicatie 1

luxatio posterior.

Behandeling

repositie volgens Bigelow. Instabiliteit kan duiden op een fractuur van het acetabulum of femurkop (consequentie: operatie-indicatie) of laxiteit van gewrichtskapsel (consequentie: initieel onbelast mobiliseren).

Nabehandeling

lnbelast mobiliseren bij stabiliteit postrepositie. Bij laxiteit van het gewrichtskapsel (instabiel) initieel onbelast mobiliseren.

Controle

2, 6, en 12 weken, 6 en 12 maanden. Vanaf 6 weken elke keer met X-heup om eventuele avasculair kopnecrose te beoordelen.


Indicatie 2

luxatio anterior.

Behandeling

repositie volgens Allis; postrepositie altijd stabiliteit testen. Instabiliteit kan duiden op een fractuur van het acetabulum of femurkop (consequentie: operatie-indicatie) of laxiteit van gewrichtskapsel (consequentie: initieel onbelast mobiliseren).

Nabehandeling

onbelast mobiliseren bij stabiliteit postrepositie. Bij laxiteit van het gewrichtskapsel (instabiel) initieel onbelast mobiliseren.

Controle

2, 6, en 12 weken, 6 en 12 maanden. Vanaf 6 weken elke keer met X-heup om eventuele avasculair kopnecrose te beoordelen.


Operatie

 

Indicatie

  • instabiliteit postrepositie bij een acetabulumrandfractuur.
  • femurkopfractuur.
  • interponaat in heupgewricht.
  • centrale heupluxatie (actebulum is ingeponst).

Behandeling

consult orthopaedie!

Nabehandeling

afhankelijk van operateur.

 

Repositiemethoden

  • Luxatio posterior: procedure volgens Bigelow.
    Patiënt in rugligging. Dokter flexeert voorzichtig de knie en heup tot 90 graden, en trekt vervolgens het been naar ventraal. Een assistent fixeert het bekken tegen het matras.
  • Luxatio anterior: procedure volgens Allis.
    Patiënt in rugligging. Assitent trekt bovenbeen naar lateraal, terwijl dokter de de heup voorzichtig in 30 graden flexie brengt, terwijl de heup in endorotatie wordt geforceerd.



Complicaties

  • Avasculaire kopnecrose.
  • (Partiële) uitval nervus ischiadicus.
  • Coxarthrose.
  • Recidief luxatie.

Bron

  1. Letsels van het steun- en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
  2. Rockwood fracture in Adults. 5de editie. Buchholz en Heckman 2001.
  3. Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
  4. Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.
Laatste update: 30-01-2014