Home > Ziektebeelden > Traumatologie > Armen > Vingers

Phalanxfractuur: intra-articulair

Inleiding

De prognose van deze fracturen is slecht, indien een rotatie, valgus of varus  wordt geaccepteerd. Derhalve, streef optimale repositie na met evt. lokale verdoving. Indien geen adequate repositie, dan chirurgische interventie! Zo kort mogelijk immobiliseren in gips. Dergelijke fracturen gaan meestal gepaard met beschadiging van de flexorpeesschede, hetgeen secundair kan resulteren in adhaesies (stijf) en tendovaginitis.

 

Mechanisme

Direct inwerkende kracht (beknelling, torsiekracht, axiale kracht).

 

Kliniek

Accepteer geen rotatie-afwijking! Vergelijk de nagelstand met andere vingers en contralaterale hand bij dichtgeknepen vuist. Schuine phalanxfracturen zijn erom berucht dat ze na verloop van tijd alsnog disloceren en verkorten. Wees hierop bedacht bij de policontrole, als je initieel besloten hebt tot een conservatief beleid! Gewrichtskapsels en collaterale banden zijn meestal betrokken bij het genezingsproces. Littekenvorming induceert een bewegingsbeperking. Wees derhalve terughoudend met langdurige gipsimmobilisatie!

 

Diagnose

Opnames in 2 richtingen (PA en lateraal). Op indicatie 3/4 opname.

 

Behandeling

Conservatief

Vingers zo kort als mogelijk immobiliseren. Indien mogelijk een “living splint”  gebruiken. Naast liggende vingers tevens immobiliseren in het gips. Een schuine fracturen dreigt in te zakken. Probeer onder tractie vinger op lengte te krijgen en fixeer het geheel in een tractiespalk (K-draad doorheen distale phalanx). Een stabiele fractuur, die niet gereponeerd hoeft te worden, mag je uitbehandelen met een “living splint”.  Geen aluspalk gebruiken.

Indicatie 1

geen dislocatie met rechte fratuurlijn.

Indicatie 2

kleine volaire avulsiefractuur (Wilson’s fractuur) tgv afscheuring van fibrocartilaginaire plaat.

Indicatie 3

collaterale avulsiefractuur met slechte congruentie.

Indicatie 4

ventrale luxatie PIP (cave Boutonniere bij dorsale dislocatie met strekpeesletsel, want dan operatie-indicatie).

Behandeling

PIP-koker durante 3 weken.

Nabehandeling

poli met X-vinger na 1, 3 en 6 weken (cave complicaties: zie onder).


Operatief

Indicatie 1

een dislocatie met schuine fractuurlijn.

 

lineaire of unifragmentaire fracturen met dislocatie: slechte prognose indien slecht gereponeerd.

 

communitief: altijd slechte prognose, indien slecht gereponeerd.

 

collaterale avulsiefractuur met slechte congruentie.

 

grote volaire avulsiefractuur (Wilson’s fractuur).

 

dorsale luxatie PIP met Boutonniere.

Behandeling

mini-AO of K-draadfixatie

Nabehandeling

poli met X-vinger na 1, 3 en 6 weken. Belastbaar na 6 weken. (cave complicaties: zie onder).

 

Chirugische incisies ter hoogte van hand en vingersSchroefosteosynthese (mini-AO) phalanxfractuur  K-draadfixatie ("Eiffeltower") phalanxfractuurK-draadfixatie phalanxfractuur 

 


Complicaties

  • Eindtoestand met rotatiestand.
  • Hardnekkige bewegingsbeperking in PIP en/of DIP en /of MCP tgv. adhaesies. Hiervoor kan fysiotherapie geïndiceerd zijn. De bewegingsbeperking persisteert vaak hardnekkig en de prognose is wisselend, en soms ongunstig.
  • Tendovaginitis.
  • Osteomyelitis.
  • Persisterende restzwelling die maanden tot jaren aanwezig kan blijven. isterende restzwelling die maanden tot jaren aanwezig kan blijven.

Bron

  1. Letsels van het steun- en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
  2. Rockwood fracture in Adults. 5de editie. Buchholz en Heckman 2001.
  3. Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
  4. Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.
  5. Wood MB, Berquist TH: The hand and wrist. In: Imaging of Orthopedic Trauma. 1992; 749-870.
Laatste update: 30-01-2014