Inleiding

Per jaar wordt het colorectaal carcinoom bij circa 10.000 nieuwe patiënten vastgesteld. In Nederland staat het colorectaal carcinoom bij mannen met 14% van het totale aantal tumoren op de derde plaats qua incidentie, na prostaat- (21%) en longkanker (16%), en bij vrouwen met 13% op de tweede plaats, na borstkanker (33%). Verwacht wordt dat het aantal patiënten bij wie de diagnose colorectaal carcinoom gesteld wordt in 2015 zal zijn gestegen tot ongeveer 14.000 als gevolg van een licht stijgende incidentie (met name bij mannen), de bevolkingsgroei en de vergrijzing

 

Diagnose

Rectumcarcinomen zijn geassocieerd met een slechte prognose door de hoge kans op een lokaal recidief en metastasen op afstand. Na een in opzet curatieve resectie van een rectumcarcinoom, varieert de kans op een lokaal recidief van 3% tot 32%.225 Inmiddels is bekend, dat het merendeel van deze lokaal recidieven te wijten is aan de incomplete resectie van de laterale uitbreiding van de tumor. Quirke heeft aangetoond dat een microscopisch positieve resectiemarge leidt tot een percentage lokaal recidieven van 83%.209 Een lokaal recidief heeft niet zo zeer invloed op de overleving, maar wel een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van leven door ernstige pijn, immobiliteit, chemotherapie, radiotherapie en lange en multipele hospitalisatie voor chirurgische behandeling. Om deze reden wordt veel aandacht besteed aan het definiëren van de juiste behandeling van de primaire tumor, om een optimale lokale controle te bereiken.

Alle patiënten met een rectumcarcinoom dienen in een multidisciplinair oncologisch overleg besproken te worden.

 

Aanbevelingen

  • Lokale stagering van rectumcarcinomen heeft belangrijke implicaties voor de keuze van de meest optimale therapie.
  • Voor het stageren van oppervlakkige tumoren is er een belangrijke rol voor endorectale echografie. Deze techniek heeft bij deze tumoren de voorkeur boven MRI voor differentiatie van T1 versus T2 tumoren.
  • Voor de niet-oppervlakkige tumoren behoort MRI tot de standaard work-up, waarbij vooral het belang van het accuraat bepalen van de circumferentiële resectiemarge groot is voor het bepalen van de optimale therapie.
  • Tumoren die 5 mm of meer van de mesorectale fascie liggen hebben een gering risico op een positieve circumferentiële resectiemarge.
  • Indien pelviene klieren op de MRI 5 mm of meer in diameter zijn, moeten ze als positief worden beschouwd.
  • Screening voor metastasen op afstand dient te gebeuren middels een CT-abdomen en een X-thorax (zie colorectale levermetastasen).


Richtlijn Rectumcarcinoom

Bron

www.oncoline.nl

Laatste update: 14-09-2011