Inleiding

Benigne zwellingen van het ovarium zijn vaak functionele cysten en tumoren. De meeste zijn asymptomatisch.

  • Functionele cysten ontstaan uit Graafse follikels (follikulaire cysten) of uit het corpus luteum (corpus luteum cysten). De meeste functionele cysten zijn < 1.5 cm in diameter, een enkele wordt groter dan 8 cm en zeer zelden bereiken ze een diameter van 15 cm. Functionele cysten gaan vaak spontaan in regressie in een paar dagen tot weken. Corpus luteum cysten kunnen gaan bloeden in de caviteit van de cyste, hetgeen zwelling van de ovariumkapsel geeft of een ruptuur in het peritoneum.
  • Benigne ovarium tumoren groeien vaak langzaam en worden zelden maligne. Benigne teratoom cysten zijn de meest voorkomende benigne ovarium tumoren. Zij worden ook dermoid cysten genoemd omdat, hoewel zij bestaan uit alle drie de kiemcellagen, zij met name uit ectodermaal weesfel bestaan. Fibromen, de meest voorkomende solide benigne ovarium tumoren, zijn langzaam groeiend en gewoonlijk < 7 cm. Cystadenomen kunnen sereus en muceus zijn.

 

Symptomen & diagnose

De meeste functionele cysten zijn benigne en asymptomatisch. Bloedende corpus luteum cysten kunnen pijn veroorzaken en tekens van peritonitis geven. Af en toe treedt ernstige abdominale pijn op door torsie van het ovarium met de cyste of massa (meestal > 4 cm). Massa’s worden incidenteel ontdekt, maar vaker treden er symptomen op die een aanwijzing voor de massa zijn. Een zwangerschapstest wordt gedaan om ectopische zwangerschap uit te sluiten. Transvaginale echografie kan vaak de diagnose bevestigen. Bij onduidelijke resultaten kan een CT-scan of MRI-scan uitkomst bieden. Massa’s met eradiografisch karakteristieken voor kanker (bv. cysteuse en solide componenten, oppervlakte uitwassen, multilobulair karakter, irregulaire vorm) moeten geëxcideerd worden. Tumormarkers kunnen helpen bij de differentiaal diagnose van een ovariumcarcinoom. Bij vrouwen in de vruchtbare fase hoeven eenvoudige, dunwandige massa’s met een diameter van 5-8 cm (meestal follikulair), zonder karakteristieken van kanker niet verder onderzocht te worden, tenzij zij meer dan drie menstruele cycli persisteren.

 

Behandeling

De meeste ovariumcysten < 8 cm verdwijnen zonder behandeling. Kortdurende echografische follow-up is te aangewezen. Het verwijderen van een cyste (ovariële cystectomie) via een laparotomie of laparoscopie kan nodig zijn bij cysten ≥ 8 cm, cysten die > 3 menstruele cycli persisteren en bloedende corpus luteum cysten met peritonitis. Cysteuze teratomen dienen, indien mogelijk, via cystectomie verwijderd te worden. Oöphorectomie wordt gedaan bij fibromen, cystadenomen, cysteuse teratomen > 10 cm en cysten, die chirurgisch niet afzonderlijk van het ovarium verwijderd kunnen worden.


Bron

  1. Schorge J, Schaffer J, Halvorson L, Hoffman B, Bradshaw K & Cunningham F. Williams Gynecology. 2008 1-st edition. McGraw-Hill Professional
  2. Cunningham F, Leveno K, Bloom S, Hauth J, Rouse D & Spong C. Williams Obstetrics. 2009 23-rd edition. McGraw-Hill Professional
Laatste update: 12-12-2016