Home > Ziektebeelden > Dermatologie > Infectie > Fungale infectie

Candidiase (algemeen)

Gerelateerde onderwerpen

Anatomie:
-
Patiënten:
-

Inleiding

Candidiasis (moniliasis) is een huid infectie met Candida species, meestal Candida albicans. Infecties kunnen overal verschijnen en zijn het meest voorkomend in huidplooien, op de penis, en rond de vingernagels. Symptomen variëren per locatie. De diagnose wordt gesteld door het klinische uiterlijk en kaliumhydroxide kweek van schraapsels van de huid. De behandeling bestaan uit i) uitdrogende middelen en ii) antimycotica. De meeste candida-infecties zijn van de huid en slijmvliezen, maar invasieve candidiasis komt meer voor in immuungesuppresseerde patiënten en kunnen levensbedreigend zijn.

 

Oorzaken

Candida is een groep van ongeveer 150 gistsoorten. C. albicans is verantwoordelijk voor ongeveer 70 tot 80% van alle candida-infecties. Andere belangrijke soorten zijn C. glabrata, C. tropicalis, C. krusei, C. dubliniensis.

Candida is een alomtegenwoordige gist die onschuldig op de huid en slijmvliezen woont (commensaal) totdat vochtigheid, warmte en verminderde lokale en systemische verdedigingen zorgen voor een vruchtbare omgeving voor het groeien. Risicofactoren voor candidiasis zijn warm weer, beperkte kleding, slechte hygiëne, een veranderde flora door antibiotische therapie en immunosuppressie als gevolg van bijvoorbeeld corticosteroïden en immunosuppressieve geneesmiddelen, zwangerschap, diabetes, andere endocrinopathieen (bijvoorbeeld, Cushing's ziekte, Addisson, hypothyreoïdie), bloeddyscrasias of T-cel defecten.

Candidiasis verschijnt meestal in intertrigineuze gebieden, zoals de oksels, liezen, gluteale plooien (bijvoorbeeld luieruitslag), de penis en submammair. Vulvovaginale candidiasis komt frequent voor bij vrouwen. Candidale nagelinfecties en paronychia kunnen zich ontwikkelen na niet goed verrichte manicure en bij werknemers in de keuken en anderen van wie de handen voortdurend worden blootgesteld aan water. Orofaryngeale candidiasis is een teken van lokale of systemische immunosuppressie.

Chronische mucocutane candidiasis is een chronische infectie, waarbij typisch de nagels, huid en orofarynx zijn aangedaan. Patiënten hebben cutane anergie tegen Candida, afwezige proliferatieve reacties op Candida-antigeen (maar een normale proliferatieve reactie op mitogenen) en een intacte antilichaamrespons op Candida en andere antigenen. Chronische mucocutane candidiasis kan optreden als een autosomaal recessieve ziekte in verband met hypoparathyroïdie en de ziekte van Addisson (Candida-endocrinopathy syndroom).

 

Symptomen

Intertrigineuze infecties (Candida intertrigo) manifesteren als jeukende, goed afgebakende, erythemateuze vlekken van verschillende grootte en vorm; erytheem kan moeilijk zijn om op te sporen bij patiënten met een donkere huid. Primaire plekjes kunnen aangrenzende satelliet papels en pustels ontwikkelen. Peri-anale candidiasis produceert witte maceratie en pruritus ani. Vulvovaginale candidiasis veroorzaakt jeuk en afscheiding.

CandidiaseCandidiase

Candida nagelinfectie (Candida onychomycosis) manifesteert zich als een volledige dikke nagel plaat infectie (onychomycosis); candidale paronychia manifesteert zich als een rode periunguale pijnlijke zwelling die pus kan ontwikkelen. Subunguale infecties worden gekenmerkt door distale scheiding van een of meerdere vingernagels (onycholysis), met witte of gele verkleuring van het subunguale gebied.

CandidiaseCandidiase

Chronische mucocutane candidiasis wordt gekenmerkt door rode, pustuleuze, korstvormende, en verdikte plaques wat lijkt op psoriasis, met name op de neus en voorhoofd en wordt steevast geassocieerd met chronische orale candidiasis. Orofaryngeale candidiasis veroorzaakt witte plaques op de orale slijmvliezen die kunnen bloeden bij krabben.

Candidiase

 

Diagnose

De diagnose wordt gesteld door de kliniek en door het vinden van gist en pseudohyphae in kaliumhydroxide kweek van geschraapt weefsel uit een laesie. Een positieve kweek geeft geen nuttige informatie, omdat Candida overal aanwezig is.

 

Behandeling

Productinformatie
Myk-1® crème / Myk-1® lotion

 

Intertrigineuze infectie wordt behandeld met uitdrogende middelen zo nodig (bijvoorbeeld Burow’s oplossing voor sijpelende laesies, gentiaan violet voor aangedane ruimtes tussen de tenen) en lokale antimycotica zoals fluconazol, itraconazol, miconazol, ketoconazol of sulconazol*.

Poederachtige middelen zijn ideaal voor droge laesies (bijvoorbeeld poeder bod voor 2 tot 3 wk). Fluconazol 150 mg per keer/wk voor 2 tot 4 weken is geïndiceerd voor uitgebreide intertrigineuze candidiasis; lokale middelen kunnen op hetzelfde moment worden gebruikt.

Behandeling van candidale luieruitslag is een meer frequente wisseling van de luiers, het vermijden van wegwerp luiers met plastic bekleding, en een imidazole crème bod. Oraal is een optie voor kleine kinderen met orofaryngeale candidiasis.

De behandeling van orale candidiasis is fluconazol 200 mg op de eerste dag, daarna 100 mg per keer per dag gedurende 2 tot 3 weken.
 
Chronische mucocutane candidiasis vereist een langdurig antifungale behandeling.

 

* Sulconazol (MYK-1) heeft in tegenstelling tot Miconazol geen wisselwerking met antistollingsmiddelen. Bron: Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (link).


Bron

  1. Rook's Textbook of dermatology 7th Edition 2004.
  2. Foto's: Dermis.
Laatste update: 8-12-2016